Toen ik mijn ogen opende lag ik – mijn lichaam gebogen in een wat wonderlijk hoek – op een drijvende (en daardoor nogal wiebelende) steiger. Ik voelde me een beetje zoals Mr Bean er bij ligt aan het begin van een aflevering, wanneer hij vanuit de lucht in de spotlight is gevallen. Splut. Inderdaad, ook ik was hier wat onverwacht terecht gekomen. Hoe dat zo kwam? Een week of twee ervoor was er een zwartbuikwaterspreeuw gezien, niet al te ver van mijn huis. Maar toen ik de waarnemingen zag (honderden per dag) met begeleidende teksten erbij als ‘voortdurend opgejaagd door fotografen’ dacht ik al snel ‘laat maar waaien’. Ik heb inmiddels ook wel genoeg foto’s van de soort. Toch twijfel ik in zulke gevallen dan vaak of ik tóch niet even moet gaan kijken, de vogel zelf is namelijk superleuk. Twijfels, twijfels, twijfels. Vervolgens was ik een tijdje voor werk ik het buitenland en op enig moment leek de vogel ook vertrokken. Hoppa, probleem netjes vanzelf opgelost. Maar dat mocht ik willen, want het beestje bleek opeens toch weer niet weg. Een soort Heintje D. Op een grauwe ochtend bedacht ik impulsief, na m’n tweede kop koffie, om toch maar even kort een kijkje te gaan nemen. En zo belandde ik dus, tegen mijn eigen verwachting in, toch op die steiger. Helder toch? Maar nu ik daar zo lag, bedacht ik me dat zo’n drijvende steiger misschien leuk lijkt, maar als de vogel langs de tegenoverliggende oever foerageert is ‘ie door de beweging nauwelijks in beeld te houden. Het golfde nogal die dag, en ik ging dus als een malle op en neer. Dat ging helaas niks worden. De achtergrond was ook knudde trouwens. En er was vrij weinig licht. Een opdringerige meerkoet bood echter onverwacht uitkomst. Het was me al opgevallen dat de waterspreeuw niks van die zwarte joekel moest hebben, en toen de koet uiteindelijk iets té dichtbij kwam vloog de vogel op, om op enkele meters naast mij neer te ploffen op de rand van de steiger. Daar ging ‘ie vervolgens op z’n dooie gemak een tijdje zitten poetsen. Dat lijkt dan op het moment zelf een eeuwigheid, maar aan de hand van de exif kon ik zien dat het allemaal maar een kleine vier minuten in beslag nam. Enfin. Nu schommelden we in elk geval gezellig samen synchroon op en neer, dus het fotograferen werd daarmee opeens een eitje. Okay, het was allemaal wel erg dichtbij, zelfs iets té dichtbij naar mijn smaak, maar bewegen durfde ik ook niet echt uit angst dat ‘ie mij voor een meerkoet zou aanzien. En ik had net gezien wat daar het gevolg van was. Maar goed, wat zou je klagen wanneer je een tijdje in alle rust, in je eentje (!) en van zó dichtbij deze wonderschone vogel kunt bewonderen? Het maken van wat plaatjes wisselde ik daarom af met gewoon lekker kijken. Wat een heerlijk beest! Toen ‘ie uitgepoetst was ging ‘ie weer te water en wiebelde ik langzaam weer richting de vaste wal. Even later kreeg ik ‘m, inmiddels op een andere plek, ook nog op wat afstand voor de lens. Hoe gemakkelijk en veelzijdig wil je het hebben?
When I opened my eyes, I was lying on a floating (and therefore wobbling) jetty. I felt a bit like Mr. Bean at the beginning of an episode, when he falls from the sky into the spotlight. Splut. And okay, I also ended up there a bit unexpectedly. What happened was this: about two weeks earlier, a White-throated Dipper had been spotted not too far from my house. But when I saw the reports (hundreds of them) and texts like ‘constantly chased by photographers,’ I quickly decide, ‘oh hell, forget it.’ I have enough photos of that species. After that, I was abroad for work for a while, and at some point, the bird seemed to have disappeared. Issue nicely resolved. But, well, it turned out the little creature hadn’t gone away after all. So one morning, I spontaneously decided to take a quick look. And enden up on the jetty. While lying there, I realized that a floating jetty is fun, but when the bird forages along the opposite bank, it’s hardly possible to keep it in the frame. The water was quite wavy, so I was bobbing up and down like crazy. That wasn’t going to work, and the background also sucked by the way. When I was contemplating to leave, a Common Coot came to the rescue. The Dipper didn’t like it, and when the coot came too close, the bird flew up and landed a few meters away from me. There, it leisurely sat down to preen for a while. Now, we were rocking up and down together, so suddenly taking pictures was a piece of cake. Okay, it was all very close, a little too close for my taste, but I didn’t really dare to move. But hey, why complain when you can admire such a beautiful bird up close, alone (!) and in peace for a while? I alternated between taking pictures and just enjoying the view. Lovely creature. After a while, it went back into the water, and I could slowly head back to solid ground. A little later, I also managed – at a different spot – to capture it from a distance. How versatile can it get?
Jaap Vuijk
17 Dec 2023Fraaie serie weer, Hans.
Erg mooi in beeld gebracht, ook het bemoste beton doet het goed op de foto.
Het kan verkeren; ik ben er nu 4 keer geweest, vanochtend zag ik hem voor het eerst, ver weg, koud en wind.
Zo blijft het onvoorspelbaar en leuk!
Fijne dag, Jaap
ZeBirdMan
17 Dec 2023Dankjewel Jaap. Hoewel het er bij hoort, is het evengoed balen. Hij bestrijkt op zich ook wel een groot gebied, als ik de waarnemingen zo’n beetje zie. Klaarblijkelijk had ik mazzel. Mocht je nog een poging wagen, hopelijk pakt die beter uit! Succes en groet, Hans