
Het leuke van woestijnsoorten is dat ze over het algemeen goed opgaan in hun omgeving, wat het vinden af en toe behoorlijk lastig maakt. Zolang ze geen geluid maken of niet opvliegen, moet je oog er maar net op vallen. Een vogel die zeker thuishoort in deze categorie is de diksnavelleeuwerik. Hoewel we min of meer wisten dat er enkele in het gebied moesten zitten, waren we er nog niet tegenaan gelopen. Totdat Menno, nadat we net min of meer’ klaar’ waren met de roodstuittapuit (zie vorig blog), opeens wat hoorde in de lucht. Toen we opkeken vlogen er twee van deze jongens over. Yes! We zagen ze eind verderop landen en liepen er snel heen, het laatste stukje heel behoedzaam – want je wilt natuurlijk niet het risico lopen dat je ze weer de lucht injaagt. We scanden de omgeving zorgvuldig en opeens zagen we ze lopen. Echt schuw zijn ze niet, maar ze zijn behoorlijk mobiel en rennen voornamelijk van struikje naar struikje – dus een plaatje maken was nog wel een een dingetje. Het best werkte toch, zoals wel vaker, om te proberen ze ergens te ‘onderscheppen’ door een eindje in hun looprichting te gaan zitten en wachten of ze vanzelf je kant opkomen. Soms werkte dat, maar even vaak besloten ze toch opeens weer van richting te veranderen. Dan begon het hele spel dus weer opnieuw. Uiteindelijk toch wat plaatjes weten te maken, waarbij goed te zien is hoe goed ze meekleuren met de omgeving. Het zou het enige paartje zijn dat we zouden zien tijdens ons verblijf…
The fun thing about desert species is that they generally blend in well with their surroundings, which can make finding them quite tricky at times. As long as they don’t make a sound or take flight, your eye just has to happen to catch them. One bird that definitely fits into this category is the Thick-billed Lark. Although we more or less knew there had to be a few in the area, we hadn’t come across them yet. That is, until—just after we had ‘wrapped up’ with the Red-rumped Wheatear (see previous blog)—Menno suddenly heard something in the air. When we looked up, two of these guys flew over us. Yes! We saw them land a bit further away and quickly made our way over, slowing down towards the end—you don’t want to risk spooking them into the air again, of course. We carefully scanned the area and suddenly spotted them walking. They’re not exactly shy, but they’re quite mobile—so getting a good photo was still a bit of a challenge. What worked best, as is often the case, was trying to ‘intercept’ them by sitting down a little ahead in the direction they were walking and waiting for them to come closer. Sometimes that worked, though just as often they would suddenly change direction again. Eventually, we managed to take a few shots, which nicely show how well they blend in with their surroundings. It would turn out to be the only pair we’d see during our stay…





