Zeg je “rood petje”, dan zeg ik “Harry Slinger”. Je weet wel, de zanger van Drukwerk – waartegen ze loog. Niet echt mijn ding. Een veel leuker rood petje is natuurlijk de strandplevier. Een soort die we in Nederland niet zo heel veel zien, en die ik dus voornamelijk ken uit de warmere streken van Zuid-Europa en Azië. Een beetje een fatsoenlijke foto met het rode petje was me echter nog niet gelukt. Dichtbij en leuk had ik ze al wel in de winter in Portugal, maar helaas geheel kleurloos. Ook leuk hoor, maar zo’n petje geeft toch net wat extra smaak. Op Fuerteventura lukte het onlangs gelukkig wel. De eerste keer dat we ze tegen kwamen moesten we er door het water naartoe waden. En lavasteen is verdraaid scherp aan je voeten kan ik je vertellen. Gelukkig vonden we er een paar dagen later nog een aantal op een slikplaatje. Konden we er tenminste gewoon even lekker bij gaan liggen. Hoewel, lekker? Er lagen voor het aangename net iets teveel stenen, waardoor ik er dagen later nog beurse plekken van had, maar goed, je moet er wat voor over hebben 😉 ….
If you say “red hat”, I will say “Harry Slinger”. The singer of a Dutch music band called Drukwerk, against whom she was lying (inside joke for the Dutch). Not really my cup of tea. A much nicer red hat however is the Kentish Plover. A species we don’t get to see that much here in The Netherlands, and which I therefore mainly know from the warmer countries of Southern Europe and Asia. A decent shot showing its red hat however, I had never been able to make. I had them up close in Portugal but without the colors. Great, but the hat of course adds some extra charm. On Fuerteventura luckily I was able to finally shoot some with the nice hat. The first time we saw some, we had to wade through the water. And lava stone is very painful for your feet, I can tell you. Luckily, some days later we found some on a mud flat. Could we finally comfortably lay down while shooting. Although, comfortable? There were just a bit too much stones around, so I still felt the bruises days later on my chest. But hey, nothing comes for free 😉 ….
