
Ik heb wat wonderlijke ervaringen met Bosgorzen. Lang geleden, toen ik net een beetje was begonnen met vogelen, zag ik met een vriendin een prachtig gorsje. Snel de vogelgids erbij gepakt en we stonden te stuiteren: een Bosgors! Deze zomergast van Noord-Europa is een zeldzame verschijning in Nederland, en overwintert ver weg in Oost-Azië. Volgens de vogelaars etiquette leek het ons netjes om twee andere, op het oog ‘echte’ vogelaars, die net langs kwamen lopen, te attenderen op de vogel. Dat hadden we beter niet kunnen doen, want zij hielpen ons direct uit de droom: eerste winter vrouwtje Rietgors. Daar stonden we dan. Nog mazzel dat er in die tijd geen apps bestonden om waarnemingen te melden, anders was de afgang niet te overzien geweest. Maar nog steeds roepen we tegen elkaar, wanneer we een Rietgors zien, enthousiast: “Bosgors”. Je kunt van zo’n blunder tenslotte maar beter een ‘running gag’ maken. Toen er enkele jaren geleden hier in de buurt een echte Bosgors werd gemeld, wilde ik die natuurlijk wel eens zien. Op de plek aangekomen trof ik een schouwspel waar ik nou niet echt enthousiast van werd. Bosgorzen hebben nogal de neiging om zich in dichte begroeiing op te houden en laag aan de grond hun eten bij elkaar te scharrelen. Ze laten zich daarbij nauwelijks zien. Deze vogel was dan ook ontdekt naar aanleiding van zijn kenmerkende roepje, of ‘tikje’. De massaal aanwezige ‘vogelaars’ stampten echter voortdurend dwars door alle struiken in de hoop het beestje de lucht in te jagen zodat ze hem konden zien. Ik hield het snel voor gezien. Afgelopen herfst echter, op Helgoland, bleek er een Bosgors neergestreken in een klein stukje lage begroeiing aan de rand van het dorp. Deze kwam regelmatig even naar de rand van het perceeltje scharrelen, en dan kon je hem dus zien ! De dagen dat wij op het eiland waren stonden er de hele dag mensen naar de struikjes te staren. Wanneer wij er langs kwamen keken we even, en zagen we de vogel, dan maakten we een plaatje. Maar echt spannend werd het allemaal niet, want het beestje scharrelde -op zoek naar voedsel- voortdurend met zijn kop naar de grond gericht rond. Tot tijdens onze de laatste dag op het eiland de vogel, diep de de begroeiing en onzichtbaar, opeens ‘tikte’ (Menno hoorde dat gelukkig), en opvloog naar een boom iets verderop. We riepen (weer volgens de etiquette!): “daar gaat ‘ie” en spoedden ons richting de boom waar we de vogel uitgebreid konden bekijken en fotograferen. De overige aanwezigen bleven echter als zombies naar de struikjes staan staren. Niks gehoord, niks gezien. Pas minuten later kregen de eersten door dat de vogel open en bloot bij ons op een tak zat. Wij hadden het beestje inmiddels prachtig kunnen zien en ook nog wat plaatjes kunnen schieten. Eindelijk 🙂 . Een zeldzame soort met even zo vreemde ervaringen 😉 ….
I have some awkward experiences with Rustic Buntings. Long time ago, when I just had started a bit with birding, I was out with a friend when we saw a beautiful bunting. We quickly checked the field guide and were over the moon: a Rustic Bunting! This bird is summer visitor to Northern Europe and a rare vagrant for The Netherlands, it winters in Eastern Asia. Following birder’s etiquette, we pointed the bird out to two ‘real’ birders that happened to walk by. That was a mistake, as they immediatly put our feet back on the ground: it was a first winter female Reed Bunting we had seen. Leaving us as the true beginners we were. Luckily this was before there were apps to share sightings, otherwise our mistake would have been widely mocked. Still, nowadays we shout “Rustic Bunting!” at each other whenever we see a Reed Bunting. Better to turn such an experience into a running gag. When some years ago a true Rustic Bunting was seen not too far from here, off course I drove over to have a look. Arriving at the location I witnessed something not really my thing. Rustic Buntings tend to live in dense undergrowth where they spend most of their time on the ground, feeding. They hardly show themselves. This particular bird was therefore found by its unmistakable call, or ‘tick’. The quite large group of birders present were constantly moving through the bushes, hoping to chase the bird out of it, so they could see it. I quickly called it a day. Last Fall however, on the island of Helgoland, it turned out a Rustic Bunting was present in a small patch of low vegetation at the village’ edge. It regularly showed itself on the border of the vegetation, and then one could actually see it! During our stay on the island everyday people where staring at the bushes. So every time passing the place, we checked it out quickly and if the bird showed itself, we took some shots. Nothing really exciting though, as the bird was usually bent forward, facing the ground as it was feeding all the time. On our last day however, the bird suddenly called from somewhere deep (and invisible) down in the vegetation (Menno fortunately heard this) , and flew out of the bushes and into a nearby tree. We shouted (respecting, again, etiquette!): “there it goes” and hurried over to the tree where we had ample time to observe the bird in plain sight. The other people present, however, kept staring at the bushes, almost like zombies. Didn’t hear or see a thing. Not until minutes later, the first finally realised that the bird could be seen higher up, on a branch. Anyway, at least we had had a great look at the bird. And some shots on top. Finally 🙂 . A rare species with some strange experiences 😉 ….




