Dwerggorzen broeden in het hoge noorden, en overwinteren in Zuid-Oost Azië. Voor onze regionen moeten we het dus hebben van vogels die tijdens de trek de verkeerde afslag hebben genomen. Dat zijn er niet enorm veel, maar toch zie ik er bijna elk jaar wel ergens eentje. In Nederland, maar som ook wel op Helgoland – daar heten ze ‘Zwergammer’. Probleem is dat ze lang niet altijd lekker meewerken. Dit jaar hadden we geluk, er was er eentje die telkens terugkeerde naar het strand om daar – temidden van een groep vinken – te foerageren op kleine insectjes tussen het rottende zeewier. Nu is het zo dat dit zeewier nogal riekt, en de geur behoorlijk penetrant is. Daarom loop ik meestal om de smurrie heen. Tot er natuurlijk een leuke onderwerp opduikt, dan ga ik er gewoon vrolijk tussen liggen. De spijt komt later wel. Het gorsje zelf werkte prima mee, maar de vinken vlogen bij elk potentieel gevaar op en terug de duintjes in. Wandelaar? Hond? Sperwer? Zoef, weg was de hele pluk weer, de dwerggors in hun paniek meenemend. En dat was eigenlijk maar goed ook, want de enige keer dat we de gors even alleen hadden, dook er direct een sperwer op af. De gors vloog tussen mij en mijn reisgezel door met direkt daar achteraan de sperwer. Ik voelde de wind van de achtervolger in mijn haren, zo dichtbij kwamen ze langs…. de gors overleefde, maar bleef daarna veiligheidshalve toch maar bij de vinken in de buurt. Enfin, wij konden lekker plaatjes schieten. En die spijt? Terug in het hotel konden we de laatste beestjes uit onze kleding kloppen en toen eenmaal thuis de wasmand wat begon te stinken gewoon een wasje gedraaid. En daarmee was alles weer geregeld.
Little Buntings breed in the far north and spend their winters in Southeast Asia. So, for our region, we have to rely on birds that have taken a wrong turn during migration. There aren’t a huge number of them, but almost every year I manage to spot one somewhere. In the Netherlands, and sometimes even on Helgoland – where they’re called ‘Zwergammer’. The problem is that they don’t always cooperate. This year we were lucky; there was one that kept returning to the beach to forage for tiny insects among the rotting seaweed, surrounded by a group of finches. Now, this seaweed has quite a smell—strong and rather pungent. So, I usually walk around the mess. But when an interesting subject appears, I happily lie down right in it. Regrets come later. The Little Bunting was cooperating nicely, but the finches would scatter at any hint of danger and flee into the dunes. A passerby? Dog? Hawk? Woooosh, the whole group would be gone, taking the bunting with them in their panic. That was actually just as well, because the only time we had the bunting alone, a Sparrowhawk swooped right in. The bunting flew right between me and my travel companion, with the hawk chasing close behind. I felt the rush of air from the predator’s wings in my hair as they passed… The bunting survived, but stayed close to the finches afterward. Anyway, we managed to get some nice shots. And the regrets? When I got home, the laundry basket started to smell, so I ran a load, and that took care of everything.
Jaap
8 Nov 2024Mooie serie, Hans en goed verhaal!
ZeBirdMan
8 Nov 2024Dankjewel, Jaap !